Etiologie van ASS

Autismespectrumstoornis (ASS) is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die sinds 2017 officieel wordt gebruikt als overkoepelende term voor verschillende eerdere diagnoses, zoals het syndroom van Asperger, PDD-NOS en het syndroom van Rett. Deze stoornissen vallen nu allemaal onder de noemer ASS, omdat ze zich uiten binnen een spectrum van gedragingen en kenmerken. Dit spectrum betekent dat geen enkele persoon met ASS hetzelfde is: de mate en aard van de kenmerken variëren van persoon tot persoon.

Gedragskenmerken van ASS

De kenmerken van ASS worden onderverdeeld in twee hoofdcriteria:

  1. Beperkte sociale communicatie en interactie
    Mensen met ASS ervaren vaak problemen in sociale situaties, zoals:

    • Moeite met (non)verbale communicatie, bijvoorbeeld lichaamstaal, oogcontact en gebaren.
    • Beperkte vaardigheid om gesprekken te voeren of samen te werken.
    • Moeite met het begrijpen van sarcasme, humor of ironie.
    • Problemen met het afstemmen van gedrag op sociale contexten, zoals spelen of werken in een groep.
  2. Beperkt en repetitief gedrag

    • Sterke voorkeur voor routines en gewoontes, moeite met veranderingen of onverwachte situaties.
    • Intense interesses in specifieke onderwerpen of voorwerpen.
    • Herhaald gedrag, zoals steeds over hetzelfde onderwerp praten of dezelfde prikkels opzoeken.
    • Veranderde prikkelverwerking: geluid, licht, smaak of andere zintuiglijke prikkels worden als extreem sterk of juist zwak ervaren.

Niet iedereen met ASS vertoont dezelfde kenmerken of in dezelfde mate. Sommige gedragingen zijn subtiel, terwijl andere meer zichtbaar zijn.

Oorzaken van ASS

ASS wordt veroorzaakt door een combinatie van genetische en omgevingsfactoren. Erfelijkheid speelt een grote rol, maar er zijn ook omgevingsfactoren die de kans op ASS kunnen vergroten. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Blootstelling aan giftige stoffen of infecties tijdens de zwangerschap.
  • Vroeggeboorte of andere complicaties rond de geboorte.

Hoewel genetica een belangrijke factor is, blijft een groot deel van de genetische invloed op ASS nog onduidelijk. Daarnaast beïnvloedt de omgeving hoe ASS zich uit. Een gebrek aan begrip en aanpassingen in de omgeving kan bijvoorbeeld gedragsproblemen verergeren.

Culturele verschillen in ASS

ASS wordt anders herkend en geïnterpreteerd in verschillende culturen. In Westerse landen wordt bijvoorbeeld vaak gekeken naar oogcontact als indicator, terwijl dit in Aziatische culturen minder relevant kan zijn. In Azië wordt direct oogcontact soms als onbeleefd gezien, waardoor kenmerken zoals het vermijden van oogcontact niet als afwijkend worden beschouwd.

Prevalentie en diagnostiek van ASS

Ongeveer 1% van de wereldbevolking heeft ASS. Hoewel de vraag naar diagnostiek stijgt, is het belangrijk om ASS zorgvuldig te diagnosticeren. Sommige gedragskenmerken overlappen namelijk met andere stoornissen, zoals ADHD, hoogbegaafdheid of schizofrenie. Bij vrouwen kan ASS zich anders uiten dan bij mannen.

  • Vrouwen met ASS: Zij hebben vaak een grotere sociale behoefte en passen zich beter aan in sociale situaties. Dit kan ervoor zorgen dat ASS bij vrouwen minder snel wordt herkend. Hoewel zij sociale contacten aangaan, kost dit vaak veel energie.
  • Mannen met ASS: Zij vermijden sociale contacten vaker dan vrouwen en tonen meer directe kenmerken van ASS.

Om over diagnose te voorkomen, moet bij de diagnostiek ook gekeken worden naar alternatieve verklaringen en de gedragingen in de kindertijd.

Comorbiditeit bij ASS

Bij 79% van de mensen met ASS komt minstens één andere psychische stoornis voor. Veelvoorkomende comorbiditeiten zijn:

  • Angststoornissen en stemmingsstoornissen (zoals depressie).
  • ADHD.
  • Oppositional Defiant Disorder (ODD).
  • Intellectuele problemen.

Deze bijkomende stoornissen hebben vaak een negatieve invloed op de kwaliteit van leven, de prognose en de behoefte aan hulpverlening. Mensen met ASS ervaren hierdoor sneller gevoelens van angst of depressie en kunnen het dagelijks leven als zwaarder ervaren dan mensen zonder ASS.

ASS in de praktijk

Bij mensen met ASS is maatwerk essentieel. Geen enkele persoon met ASS is hetzelfde, en de aanpak moet worden afgestemd op de individuele behoeften. Ondersteuning richt zich vaak op:

  • Het bieden van structuur en duidelijkheid in dagelijkse routines.
  • Het ontwikkelen van sociale vaardigheden.
  • Het herkennen en omgaan met zintuiglijke over- of onderprikkeling.
  • Het stellen van haalbare doelen, zodat er vaker succeservaringen zijn, wat een positief effect heeft op het zelfbeeld.

Bronnen

Nederlands Jeugdinstituut. (z.d.). Wat s autisme? Verkregen van:
            https://www.nji.nl/autisme/wat-is-autisme.

Vereniging voor kinder- en jeugdpsychotherapie. (z.d.). Etiologie van Autisme Spectrum
            Stoornissen.
Verkregen van: https://www.vkjp.nl/tijdschrift-artikelen/etiologie-van-
            autisme-spectrum-stoornissen.

Masi, A., DeMayo, M. M., Glozier, N., & Guastella, A. J. (2017). An overview of autism
            spectrum disorder, heterogeneity and treatment options. Neuroscience bulletin33,
            183-193.  

Lin, X. B., Lim, C. G., & Lee, T. S. (2022). Social Deficits or Interactional Differences?
            Interrogating Perspectives on Social Functioning in Autism. Frontiers in
            Psychiatry
13, 823736.

Spek, A. (2013). Autismespectrumstoornis bij meisjes en vrouwen. Nederlands Tijdschrift
            Geneeskunde, 157,
1-6.

Spek, A., Leenders-Kiep, M., Curiël, Y. (2024). Gedegen diagnostiek naar autisme bij
            volwassenen. De Psycholoog, 7, 38-43.

Spek, A. (2018). Diagnostiek van autismespectrumstoornissen bij vrouwen. Psyxpert, 4,
           
23.29.

Lever, A. G., & Geurts, H. M. (2016). Psychiatric co-occurring symptoms and disorders in
            young, middle-aged, and older adults with autism spectrum disorder. Journal of autism
            and developmental disorders
46, 1916-1930.