Welke ondersteuningsbehoefte hebben studenten met ASS in het onderwijs?
Steeds meer docenten in het reguliere onderwijs krijgen te maken met studenten met ASS, terwijl zij vaak aangeven onvoldoende kennis te hebben over autisme (Smit & de Bildt, 2019). Tegelijkertijd spelen docenten een cruciale rol in het succes van deze studenten: met de juiste kennis, vaardigheden en houding kunnen zij passend onderwijs bieden dat aansluit bij de behoeften van de student (Hebron & Bond, 2017).
Uitdagingen voor studenten met ASS
Onderzoek toont aan dat studenten met ASS in het reguliere onderwijs vaker te maken krijgen met pesten en het behalen van slechtere cijfers. Uitsluiting en vooroordelen kunnen een negatief effect hebben op het zelfbeeld van deze studenten, omdat zij zich niet geaccepteerd of begrepen voelen (Lin, Lim & Lee, 2022). Het is daarom belangrijk dat docenten oog hebben voor deze uitdagingen en hier adequaat op inspelen.
Maatwerk en integrale ondersteuning
Aangezien ASS zich bij iedereen anders uit, is maatwerk essentieel. Om de ondersteuningsbehoeften van een student goed in kaart te brengen, is niet alleen specifieke kennis van de docent nodig, maar ook een integrale aanpak waarin ouders, school en de vrije tijd worden betrokken (Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie, 2024). Goede communicatie tussen ouders en docenten speelt hierbij een sleutelrol.
Specifieke ondersteuningsbehoeften
De Nederlandse Vereniging voor Autisme (2019) heeft een aantal praktische tips geformuleerd om het functioneren van studenten met ASS te verbeteren:
- Bescherm de student tegen overvraging en overprikkeling, bijvoorbeeld door het gebruik van oordoppen.
- Geef heldere en eenduidige instructies, eventueel ondersteund met pictogrammen.
- Zorg voor een vaste, prikkelarme werkplek en bied structuur.
- Wees alert op pestgedrag en grijp in waar nodig.
Daarnaast hebben mensen met ASS vaak moeite met informatieverwerking, wat kan leiden tot uitdagingen bij plannen, het schakelen tussen taken en het bedenken van oplossingen (Kiek & Spek, 2016). Passende ondersteuning kan hierbij bestaan uit:
- Het opdelen van taken in korte, overzichtelijke stappen.
- Extra tijd en begeleiding bij het starten en afronden van taken.
De houding van de docent
Naast kennis en vaardigheden is de houding van de docent van groot belang bij het ondersteunen van studenten met ASS. Balans (2023) omschrijft een basishouding die docenten kunnen aannemen:
- Accepteer de student zoals hij/zij is.
- Blijf emotioneel neutraal: toon geen boosheid of verdriet.
- Bied veiligheid en structuur: creëer een voorspelbare omgeving.
- Maak gebruik van sterke kanten: focus op wat de student goed kan, maar houd ook rekening met zwakkere kanten.
Waar moet ik als docent rekening mee houden?
Hieronder vind je twee casussen waarin de problematiek van studenten met ASS in de onderwijscontext wordt belicht. Daarnaast wordt er in de casus ook stilgestaan bij de passende ondersteuningsbehoefte.
Casus: Plannen en Organiseren op een MBO Opleiding Onderwijsassistent – Een Student met Autismespectrumstoornis
Context:
Op een middelbare beroepsschool (MBO) volgt een groep van 18 studenten de opleiding tot Onderwijsassistent. De studenten krijgen les in verschillende vakken zoals pedagogiek, didactiek, communicatieve vaardigheden, en administratieve taken die verband houden met het beroep van onderwijsassistent. In deze klas zit Daniël, een student met de diagnose autismespectrumstoornis (ASS). Daniël heeft moeite met plannen en organiseren, wat hem zowel in de praktijk als in de theorie belemmerd. Zijn moeite met tijdsmanagement en prioriteiten stellen heeft invloed op zijn werkhouding, zijn samenwerking met medestudenten en zijn prestaties.
De situatie:
Op een donderdag begint de dag van Daniël met een aantal lessen en opdrachten die hem steeds meer stress bezorgen door zijn moeite met plannen en organiseren.
- 08:30 uur: De dag begint met de les Pedagogiek, waarin de studenten de theorie moeten voorbereiden voor een aankomend verslag over klassenmanagement. De docent legt uit dat het verslag een onderdeel is van de eindbeoordeling van het vak en dat de deadline over twee weken is. Daniël heeft moeite om de taak op te splitsen en weet niet goed waar hij moet beginnen. Daniël voelt zich overweldigd door het idee om zoveel informatie te verwerken en het verslag met een goede eindbeoordeling af te ronden. Hij is niet zeker welke onderdelen van de les belangrijk zijn om eerst te doen, en zijn gebrek aan overzicht maakt hem onzeker over de deadline.
- 10:00 uur: Na de les pedagogiek volgt een praktijkles Didactiek waarin de studenten in groepen van vier een lesvoorbereiding moeten maken voor een korte onderwijsactiviteit. Daniël is ingedeeld in een groep met drie andere studenten. Terwijl de anderen de taak verdelen en beginnen met hun deel, heeft Daniël moeite om zijn werk te organiseren en te communiceren met zijn medegroepsgenoten. Hij weet niet goed hoe hij moet beginnen met het voorbereiden van zijn deel van de les, raakt in de war over wie welke verantwoordelijkheid heeft en heeft moeite om zich aan de tijdslimieten te houden. Hij voelt zich buitengesloten omdat de andere studenten snel verder gaan met hun werk, terwijl Daniël zich vastloopt in de details. Hierdoor ontstaat er een kleine vertraging in de voortgang van de groep.
- 12:00 uur: Tijdens de lunch bespreekt Daniël met een medestudent dat hij zich gestrest voelt door de verschillende opdrachten die hij moet inleveren. Hij heeft geen duidelijk overzicht van zijn taken en is bang dat hij iets belangrijks vergeet. Daniël vertelt dat hij moeite heeft om zijn werk goed te plannen en zich niet goed kan concentreren op de taken die hij moet doen. Hij zegt dat hij vaak pas op het laatste moment beseft dat hij iets moet inleveren, waardoor hij zich gehaast voelt en geen tijd heeft om alles goed af te maken.
- 14:00 uur: In de middag volgt de les Communicatieve Vaardigheden, waarin de studenten een rollenspel moeten oefenen waarin ze een conflict tussen leerlingen moeten oplossen. Daniël vindt het moeilijk om te schakelen tussen de verschillende taken en heeft moeite met de dynamiek van het rollenspel. De opdracht vereist dat hij snel moet reageren en in de rol van een docent moet stappen. Daniël voelt zich onzeker en maakt fouten in het rollenspel, omdat hij moeite heeft met het snel aanpassen aan de situatie en het plannen van zijn antwoorden. De docent merkt dat Daniël moeite heeft met de tijdsdruk en biedt hem extra tijd om na te denken, maar de interactie met zijn medestudenten verloopt stroef.
- 16:00 uur: Aan het einde van de schooldag vraagt de LOB-er van Daniël hoe hij de dag heeft ervaren. Daniël vertelt dat hij zich uitgeput en gefrustreerd voelt. Hij heeft het gevoel dat hij niet goed kan omgaan met de vele verschillende opdrachten en de tijdsdruk die elke taak met zich meebrengt. Hij heeft moeite met het plannen van zijn werk en weet niet goed hoe hij zijn tijd efficiënt kan indelen. Hij heeft ook het gevoel dat hij zijn groepsleden niet goed kan ondersteunen, wat zijn zelfvertrouwen beïnvloedt.
Belemmeringen:
- Plannen: Daniël heeft moeite om zijn schooltaken goed te plannen. De lange termijn opdrachten zoals het verslag over klassenmanagement leiden tot stress, omdat hij geen overzicht heeft van wat er precies van hem verwacht wordt en wanneer hij de taak moet afronden.
- Organiseren: In groepsopdrachten heeft Daniël moeite met het verdelen van taken en het bewaken van de voortgang. Hij weet vaak niet welke verantwoordelijkheden hij op zich moet nemen en hoe hij zijn werk moet organiseren ten opzichte van de taken van zijn groepsleden.
- Tijdsmanagement: Daniël vindt het moeilijk om de benodigde tijd in te schatten voor taken. Hij is niet goed in staat om realistische deadlines voor zichzelf op te stellen, waardoor hij vaak in tijdsnood komt en (groeps-)opdrachten niet op tijd af krijgt.
- Interactie met anderen: Daniël voelt zich ongemakkelijk in groepssituaties waarin snelle beslissingen moeten worden genomen. Hij heeft moeite met het schakelen tussen verschillende taken en het reageren op onverwachte wendingen, wat leidt tot een minder vloeiende samenwerking met zijn medestudenten. Dit beïnvloedt zijn zelfvertrouwen.
Ondersteuning:
De LOB-er van Daniël bespreekt met hem enkele concrete strategieën om zijn plannen en organisatie te verbeteren:
- Visuele planning en structuur: De LOB-er van Daniël ondersteund hem bij het maken van een gedetailleerde planning met behulp van een visuele weekagenda. Door elke dag te structureren en de taken op te splitsen in kleinere onderdelen, krijgt Daniël meer grip op zijn werk en kan hij beter inschatten hoeveel tijd hij per taak moet besteden.
- Duidelijke taakverdeling in groepsopdrachten: In groepswerk zal Daniël geholpen worden met het duidelijk definiëren van zijn taken en verantwoordelijkheden. De LOB-er van Daniël begeleidt hem in het maken van een to-do lijst, waarin de verschillende stappen van een groepsopdracht worden opgesomd en worden toegewezen aan de teamleden.
- Verduidelijken van tijdslimieten: Daniël wordt ondersteund in het gebruik van timers en herinneringen om hem te helpen de tijd te beheren. Door specifieke tijdslimieten in te stellen voor elke taak, kan Daniël zijn focus verbeteren en voorkomen dat hij zich verliest in details.
- Begeleiding: De LOB-er van Daniël biedt hem regelmatig momenten van 1-op-1 begeleiding om zijn voortgang te bespreken. Dit geeft Daniël de ruimte om zijn planning te evalueren en eventuele obstakels in zijn organisatie, planning en/of de samenwerking met andere studenten aan te pakken voordat ze problematisch worden.
Met deze ondersteuning hopen de docenten op de MBO school Daniël te helpen zijn uitdagingen in plannen en organiseren te overwinnen, zodat hij succeservaringen op zal doen tijdens het volgen van zijn opleiding tot onderwijsassistent. Het opdoen van succeservaringen zal mogelijk ook het zelfvertrouwen van Daniël vergroten.
Casus: Verwerken van Prikkels op een MBO Opleiding Onderwijsassistent – Een Student met Autismespectrumstoornis
Context:
Op een middelbare beroepsschool (MBO) volgen 20 studenten de opleiding tot Onderwijsassistent. De opleiding bestaat uit zowel praktijkgerichte vakken als theorie, waarbij de studenten regelmatig in groepen werken, presentaties geven, en lesmateriaal verwerken. Eén van de studenten, Max, heeft de diagnose autismespectrumstoornis (ASS). Max heeft moeite met het verwerken van verschillende prikkels in de klas, zoals auditieve, visuele en tactiele prikkels. Dit zorgt voor afleiding, stress en verminderde concentratie, wat zijn leerproces beïnvloedt. Max heeft moeite met het reguleren van de zintuigelijke prikkels en de hierbij komende emoties en raakt vaak overprikkeld. Dit is voor Max extra ingewikkeld in drukke of chaotische situaties.
De situatie:
Op een dinsdag begint de dag van Max dag. Deze dag krijgt Max veelvuldig te maken met prikkels die hij moeilijker kan verwerken dan zijn medestudenten.
- 08:30 uur: De eerste les van de dag is Pedagogiek. De les start met een algemene uitleg over de communicatie tussen een onderwijsassistent en een leerling. De klas is vrij vol en er zitten enkele studenten dicht bij Max die luid praten met elkaar. Terwijl de docent de uitleg geeft, wordt de ruimte steeds drukker door het geluid van het tikken op telefoons, geroezemoes van andere studenten en het geluid van de klok aan de muur. Max raakt snel overprikkeld door de auditieve prikkels. Het geluid van de andere studenten en het tikken van de klok wordt steeds luider voor hem en het kost hem veel energie om zich te concentreren op de uitleg van de docent. Hij probeert zijn focus te houden, maar raakt steeds meer afgeleid. Hierdoor mist Max belangrijke delen van de les en voelt hij zich gefrustreerd.
- 10:00 uur: Na de les Pedagogiek volgt de praktijkles Didactiek, waarin de studenten in kleine groepen moeten samenwerken om een lesvoorbereiding te maken. Max zit in een groep met drie andere studenten. Terwijl de studenten praten over hun lesonderwerp, merkt Max dat er veel verschillende visuele prikkels zijn: het witte bord met aantekeningen van de docent, de lichtgevende laptopschermen van de medestudenten, de hand-out die iedereen probeert te lezen, en de bewegende schaduwen van de lampen boven het bord. Dit alles zorgt ervoor dat Max moeite heeft om zich te concentreren op de inhoud van de taak. Hij kan niet goed kiezen welke visuele informatie hij moet verwerken, waardoor hij zich gestrest voelt en moeite heeft met het volgen van de taakverdeling. Hij krijgt last van hoofdpijn door de vele visuele prikkels en kan de informatie niet goed ordenen tot één geheel, waardoor hij zijn bijdrage aan de opdracht niet op tijd kan leveren.
- 12:00 uur: Tijdens de lunch in de kantine is het nog drukker en luider dan normaal. Max heeft moeite met de vele geluiden van pratende studenten, het geluid van bestek en borden die tegen elkaar klinken, en de geuren van het eten. Hij probeert zich te concentreren op het gesprek met een vriend, maar raakt snel gefrustreerd omdat hij de geluiden en geuren niet goed kan negeren. De drukte maakt dat hij zich onrustig voelt en zijn energie snel opraakt. Max merkt dat hij moeite heeft om zijn gedachten te ordenen, omdat de prikkels hem erg afleiden. Dit maakt hem angstig en ongemakkelijk, waardoor hij zich in sociale situaties steeds meer terugtrekt en minder deelneemt aan de gesprekken om zichzelf te beschermen tegen de overprikkeling.
- 14:00 uur: Na de lunch volgt een les Communicatieve Vaardigheden. In deze les moeten de studenten een rollenspel uitvoeren waarin ze een conflict tussen een leerling en een docent moeten oplossen. De lesruimte is klein en de studenten staan dicht bij elkaar. Terwijl Max zich voorbereidt op zijn rol, merkt hij dat de nabijheid van de andere studenten hem ongemakkelijk maakt. Het gevoel van iemand die dichtbij staat, zorgt voor een tactiele overprikkeling. Max probeert zich te concentreren op zijn taak, maar hij wordt afgeleid door de gevoelens van ongemak. Vanwege de kleine en drukke lesruimte wordt Max af en toe ongewenst aangeraakt door een medestudent, dit maakt hem nerveus en het kost hem moeite om rustig en zelfverzekerd te blijven. De spanning bouwt zich op, waardoor hij zich steeds meer terugtrekt en het voor Max moeilijker wordt om in de groep te functioneren.
Belemmeringen:
- Auditieve prikkels: Max ervaart veel moeilijkheden met geluid in de klas. Het geroezemoes van medestudenten, het tikken van de klok en andere achtergrondgeluiden zorgen ervoor dat hij zijn focus verliest. Dit maakt het voor hem moeilijk om zich goed te concentreren op de uitleg van de docent en om bij te blijven met de lesstof.
- Visuele prikkels: De hoeveelheid visuele informatie in de klas, zoals het bewegende beeld op het bord, de laptops van zijn medestudenten en andere visuele afleidingen, maakt het voor Max moeilijk om te kiezen welke informatie hij moet verwerken. Dit zorgt ervoor dat hij zich gemakkelijk verliest in details en de grote lijnen van de taak niet goed kan volgen.
- Tactiele prikkels: Max heeft last van tactiele overprikkeling, vooral wanneer hij dicht bij anderen moet staan of wanneer anderen hem onverwachts aanraken. Dit leidt tot ongemak en verhoogde stress, wat zijn vermogen om deel te nemen aan groepsactiviteiten en rollenspellen vermindert.
Ondersteuning:
De LOB-er van Max bespreekt met hem enkele manieren om hem te ondersteunen in zijn prikkelverwerking:
- Prikkelarme omgeving: De LOB-er van Max helpt hem om een rustige werkplek te vinden, bijvoorbeeld in een stillere hoek van het lokaal. Hier wordt Max minder afgeleid door geluiden en visuele prikkels. Ze bespreekt ook de mogelijkheid om een noise-cancelling koptelefoon te gebruiken tijdens het luisteren naar instructies.
- Structurering van informatie: Max krijgt visuele hulpmiddelen zoals schema’s en samenvattingen die hem helpen om de belangrijkste informatie snel te filteren en overzicht te houden, zonder dat hij overprikkeld raakt door te veel visuele informatie.
- Pauzes voor zelfregulatie: Max wordt aangemoedigd om regelmatig korte pauzes te nemen wanneer hij zich overprikkeld voelt. Hij kan even de ruimte verlaten om tot rust te komen en zich op te laden voordat hij weer terugkeert naar de les.
- Gebruik van tactiele hulpmiddelen: Om de tactiele overprikkeling te verminderen, kan Max een stressbal of een ander klein hulpmiddel gebruiken tijdens groepswerk of rollenspellen. Deze stressbal kan mogelijk zijn gevoelens van ongemak verlichten waardoor het Max beter lukt om zich te concentreren.
Door deze ondersteuning hopen de docenten op de MBO school Max te helpen om zijn overprikkeling beter te reguleren. Dit zodat hij succeservaringen op zal doen tijdens het volgen van zijn opleiding tot onderwijsassistent. Het opdoen van succeservaringen zal mogelijk ook het zelfvertrouwen van Max vergroten. Onderkant formulier
Bronnen
Smit, A., & de Bildt, A. (2019). Onderwijs aan leerlingen met ASS versterken. Kind &
Adolescent Praktijk, 18(3), 33-35
Lin, X. B., Lim, C. G., & Lee, T. S. (2022). Social Deficits or Interactional Differences?
Interrogating Perspectives on Social Functioning in Autism. Frontiers in
Psychiatry, 13, 823736.
Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. (2024, 28 november).
Autismespectrumstoornissen (ASS) bij kinderen en adolescenten. Verkregen van:
https://kenniscentrum-kjp.nl/professionals/autisme/.
Nederlandse Vereniging voor Autisme. (2019). Onderwijsbegeleiding op maat. Verkregen
van: https://www.autisme.nl/over-autisme/onderwijs/onderwijsbegeleiding-op-maat/.
Kiep, M., & Spek, A. (2016). Executive functioning in men and women with an Autism
Spectrum Disorder. Autism Research, 10, 940-948.
Balans. 2023. Omgaan met autisme in het onderwijs. Verkregen van:
https://balansdigitaal.nl/kennisbank/onderwijs/ondersteuning-op-school/omgaan-met-
autisme-in-het-onderwijs.
Maak jouw eigen website met JouwWeb